800: De kroning van Karel de Grote
Als troonopvolger van Pepijn de Korte wordt Karel met de heilige oliën tot keizer van de Franken gezalfd en hiermede tot vertegenwoordiger van God die hem had uitverkoren om het christendom in Europa te versterken en te verbreiden. Na de dood van zijn broer Karloman strekt zijn land zich uit over heel Gallië, het voormalige Midden- en Zuid-Germanië.
Als zegevierende veroveraar draagt hij ertoe bij dat de christelijke invloed in Europa wordt versterkt, in het bijzonder in het noorden, waar de bekeringen onder pressie plaatsvinden en in het zuiden, waar hij als verdediger van de Kerkelijke Staten de Lombarden tweederde van hun gebieden afhandig maakt en onder de rijkskroon stelt.
Paus Leo III bedankt Karel voor zijn politieke en militaire daden ten gunste van de kerk, door hem op 25 december 800 in de Sint-Pieterskerk te Rome tot keizer te kronen. Hij krijgt de bijnaam van de Grote en de titel „Romeinse keizer“. Zo presenteert hij zich aan de wereld als de verre opvolger van het West-Romeinse Rijk, dat in 476 is ondergegaan met de afzetting van keizer Romulus Augustulus als laatste vertegenwoordiger van God op aarde. Karels rijk omvat alle landen die de paus als hoofd van de Kerk erkennen.
omhoog