Rond 800: Sögel oerparochie van de Hümmling
Sögel en de Hümmling werden in de tijd van Karel de Grote gekerstend. Deze stichtte in 802 Meppen, waar van het klooster aldaar de verkondiging van het geloof uitging. Rond 815 ontstond er een eerste kerk van hout die hoogstwaarschijnlijk op dezelfde plaats en door de oorkonden gestaafd in 1150 door een kerk van graniet werd vervangen. Toen heerste er al een grote verering van Jakob. Er zijn verschillende theorieën over het ontstaan van het patronaat van de apostel Jakob, beschermheilige van de pelgrims. Was het al in de 9e eeuw in de tijd van Karel de Grote of pas in de 12e eeuw, toen veel Friezen, die voor de stormvloeden vluchtten, zich op de Hümmling vestigden?
Uit de tijd rond 1180 dateert de romaanse doopvont die de Sint-Jakobskerk van Sögel als centrale doopkapel van de Hümmling karakteriseerd. De oudste klok – de angelusklok – werd rond 1280 vervaardigd. Destijds in de vroege Middeleeuwen werd Sögel als zetel van het kerspel en van het gerecht steeds belangrijker. Gedurende eeuwen had de kerk een beslissende invloed op het leven van de mensen op de Hümmling. De opname van een beeld van de heilige apostel Jakob in het officiële wapen van de politieke gemeente Sögel toont de historische verbondenheid van de kerk met de plaats.
omhoog