1896: De eerste Olympische Spelen van de nieuwe tijd vinden op initiatief van Coubertin in Athene plaats
In het antieke Griekenland waren de Olympische Spelen sport-, ruiter- en vechttoernooien ter ere van de opperste godheid Zeus en zijn gemalin Hera. Ze vonden om de vier jaar plaats in Olympia op de Peleponnesus en wel van 776 voor Christus tot 393 na Christus. De spelen duurden toen vijf dagen en bestonden uit het pentathlon, het lopen, de wagenren, het worstelen, het vuistvechten en het pancratium.
Op initiatief van de Franse baron Pierre de Coubertin worden ter herinnering aan de antieke gewoonte de eerste Olympische Spelen van de nieuwe tijd in Athene georganiseerd. Al in 1890 zet Pierre de Coubertin, in de leeftijd van 29 jaar, vaart achter het idee de Olympische Spelen weer in het leven te roepen en de „sport te internationaliseren“. Twee jaar later wordt het Internationaal Olympisch Comite (IOC) opgericht en vier jaar daarna (in 1896) vinden de eerste spelen plaats. 285 Atleten uit 14 landen en 9 takken van sport ontmoeten elkaar voor deze gelegenheid in Athene. De Griekse schaapherder Spiridon Louis behaalt de zege bij de populairste wedstrijd in het land, de marathon. Hij wordt door meer dan 100.000 mensen toegejuicht! De bescheiden Griekse schaapherder in de leeftijd van 24 jaar wordt zo tot een ware nationale held: hij heeft inderdaad de legende van Pheidippides, waarin deze mythische wedstrijd zijn oorsprong vindt, weten te waarderen.
Sindsdien wedijveren alle vier jaar, met uitzondering van de jaren van de wereldoorlogen, atleten uit de hele wereld volgens de bedoeling van de sportieve instelling volgens het beroemde devies van Coubertin: „Deel te nemen, dat is de hoofdzaak!“.
omhoog