1990: De hereniging van Duitsland
Viering van de hereniging van Duitsland
Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog leefden de Duitsers 40 jaar door een muur
gescheiden in twee Duitse staten, de Bondsrepubliek Duitsland en de Duitse Democratische
Republiek. West-Duitsland werd door de westelijke zegevierende mogendheden bezet, Oost-
Duitsland daarentegen door de Sovjet-Unie. In het jaar 1989 ontstond op grond van de slechte
economische toestand in de DDR het verlangen naar politieke hervormingen, waaruit zich in
de loop der tijd de eis tot een gehele staat ontwikkelde. Dit uitte zich door vluchtbewegingen
van veel DDR-burgers via Oost-Europese staten naar de Bondsrepubliek Duitsland en door
vreedzame betogingen. Het verzet van de Oost-Duitse bevolking leidde uiteindelijk tot de
opheffing van de grenzen en op 9 november 1989 tot de val van de Berlijnse Muur.
Vervolgens werd de DDR zowel economisch alsook politiek volledig in de Bondsrepubliek
Duitsland geintegreerd doordat ze het toepassingsgebied van de grondwet is toegetreden. Op
3 oktober 1990 brachten de DDR-Volkskammer (parlement van de DDR) en de West-Duitse
Bondsdag met de goedkeuring van de vier zegevierende mogendheden de Duitse eenheid tot
stand. Dientengevolge was Duitsland een onafhankelijke, vrije en soevereine staat. Het
verenigde Duitsland is dus niet als een resultaat van een nationale machtspolitiek tot stand
gekomen, maar vormt het gevolg van het lange en hier en daar moeizame integratieproces
van het gehele Europa. De hereniging luidde ook het einde van het conflict tussen Oost en
West in. Duitsland vormde niet meer het front tussen oostelijk communisme en westelijke
democratie. De opname van het verenigde Duitsland in de westelijke alliantie en in de EU
leidde bovendien tot een toenadering van West-Europa tot Oost-Europa.
omhoog